Bij het recht van oneerlijke concurrentie gaat het om de vraag welke zakelijke handelingen tussen bedrijven en jegens consumenten toelaatbaar zijn en welke als oneerlijk worden beschouwd. Het is geregeld in de Duitse Wet tegen oneerlijke concurrentie - het Gesetz gegen den unlauteren Wettbewerb (UWG) en talrijke bijkomende wetten. Verordeningen en richtlijnen van de EU hebben ook een aanzienlijke invloed op het recht van oneerlijke concurrentie.
Een van de kernpunten is de consumentenbescherming. Zo verbiedt het UWG bijvoorbeeld misleidende reclame, d.w.z. reclame die niet waar is of door de consument verkeerd zou kunnen worden begrepen. Bovendien zijn intimiderende reclamepraktijken, zoals zogenaamde "cold calls" of ongevraagde reclame via e-mail, niet toegestaan. De Duitse rechtspraak hanteert hier een strikte maatstaf.
Het UWG regelt echter ook het gedrag van bedrijven ten opzichte van elkaar. Het is bijvoorbeeld niet toegestaan om negatieve feiten over een concurrent of zijn producten te beweren als deze niet aantoonbaar waar zijn. Bovendien speelt tussen concurrenten de zogenaamde "slaafse nabootsing" een belangrijke rol. Het is namelijk verboden de producten van een concurrent na te bootsen indien daardoor verwarring ontstaat over de afkomst van het product van een bepaald bedrijf.
Overtredingen van de regels tegen oneerlijke concurrentie hebben gewoonlijk een sommatiebrief door concurrenten of bedrijfsverenigingen tot resultaat. Als het geschil niet buitengerechtelijk kan worden beslecht, volgt gewoonlijk een kort geding of een bodemprocedure.
Wilt u actie ondernemen tegen oneerlijke concurrentie door een mededinger? Of wordt u zelf beschuldigd van oneerlijke concurrentie? Wij helpen u graag!